Vooralsnog levert de arrestatie van Ratko Mladic geen bijdrage aan de heling van de etnische en religieuze tegenstellingen in het onbestuurbare Bosnië-Herzegovina.
De arrestatie van Ratko Mladic was hét wereldnieuws van de vorige maand. Vanaf het moment dat een Servisch radiostation berichtte dat in Lazarevo, een klein dorp in noord-Servië een man was gearresteerd die vermoedelijk de van oorlogsmisdaden verdachte Ratko Mladic was, werd het internationale persbataljon gemobiliseerd.
Media uit de hele wereld zetten de informatiejacht in op alles wat met Mladic te maken had. In dezelfde periode waren we in Nederland weer met de beelden van onze nationale blaam bezig: een pianist, verkleed als Nederlandse officier die de blauwe VN-wereld vertegenwoordigde, vraagt een boze Servische generaal om genade: ‘Don’t shoot the pianist.’ Beelden van Nederlandse officieren die naar huis gingen met cadeautjes van dezelfde Servische generaal. Van opgeluchte en dronken Nederlandse VN-militairen in de Kroatische hoofdstad Zagreb tijdens een Heineken-dans.
In Bosnië en Herzegovina heeft het nieuws over de arrestatie van Mladic tegengestelde gevoelens opgeroepen. Terwijl de media in Sarajevo (bijna uitsluitend bewoond door de Bosniakken) over ‘de laatste beul van Europa’ berichten, echoot dat in Banja Luka (bijna uitsluitend bewoond door de Serviërs) door als ‘Mladic – dat zijn wij Serviërs’.
Onbestuurbaar
De drie etnische groepen, Bosniakken (moslims), Serviërs (christen-orthodoxen) en Kroaten (rooms-katholieken) die samen bijna 95 procent van de Bosnische bevolking vertegenwoordigen, zijn 16 jaar na de oorlog meer verdeeld dan 10 jaar geleden. Naast elkaar en niet met elkaar leven ze in een onbestuurbaar land met het meest ingewikkelde overheidssysteem van Europa.
Bosnië-Herzegovina is ontstaan op basis van het vredesakkoord van Dayton (december 1995). De drie handtekeningen die onder het akkoord staan, zijn van de presidenten van Servië, Kroatië en Bosnië-Herzegovina, Slobodan Milosevic, Franjo Tudjman en Alija Izetbegovic. Alle drie waren mogelijke oorlogsmisdadigers. Milosevic is voor het eind van zijn proces overleden in zijn Scheveningse cel. Over de andere twee, die als geprezen nationale leiders stierven, heeft voormalig hoofdaanklaagster van het Joegoslavië-tribunaal, Carla del Ponte, gezegd dat de dood hen van de vervolging voor oorlogsmisdaden verloste.
Het Dayton-akkoord bepaalde dat het land uit twee entiteiten bestaat, namelijk de Republika Srpska (RS) en Moslim-Kroatische Federatie, die inmiddels haar naam veranderde in Federatie Bosnië en Herzegovina (FBH). Nog ingewikkelder dan deze verschillende namen, is de manier waarop het land wordt bestuurd. Een groot deel van de eigen bevolking weet dit niet eens.
Gecompliceerd
Bosnië-Herzegovina heeft een driekoppig presidium dat bestaat uit een Bosniak, een Kroaat en een Serviër. Iedere vier jaar wordt een nieuw presidium gekozen en ieder jaar roteert de functie van de voorzitter. De etnische samenstelling van dat orgaan is omstreden omdat in Bosnië-Herzegovina ook andere bevolkingsgroepen (zoals Roma en Joden) wonen die niet vertegenwoordigd zijn in het presidium. De EU eist dat de Bosnische regering de wet over het presidium verandert. Er is echter geen regering in Bosnië.
Dankzij een gecompliceerd systeem dat de etnische balans van de centrale regering bepaalt, wordt het voor de winnar van de verkiezingen heel moeilijk om de ministerraad samen te stellen. Hoewel de EU bij herhaling kenbaar heeft gemaakt dat ze slechts één gesprekspartner in Bosnië wil hebben, is er nog steeds een patstelling op staatsniveau die voortduurt sinds de verkiezingen van oktober 2010.
Onoverzichtelijk
De Republika Srpska heeft een eigen president, parlement en regering. Dat is nog te overzien in vergelijking met de Federatie Bosnië en Herzegovina. Daar heeft men namelijk naast een entiteitparlement en een regering nog parlementen en regeringen van tien provincies. Als je daar ook de hoofdstad Sarajevo met tien gemeenten bij telt en een gedeelde stad Mostar waar de Kroaten en Bosniakken niet samen willen/kunnen/mogen regeren over de stad, dan is het staatkundig beeld van Bosnië bijna compleet.
Bijna, want men moet daar nog een onafhankelijke enclave bij rekenen: Brcko. Dit gebied behoort noch tot de RS, noch tot de FBH. En dan is er nog een orgaan dat de situatie onoverzichtelijker maakt: ‘de hoge vertegenwoordiger van de internationale gemeenschap en speciale gezant van Europese Unie’.
Het moet dan niet vreemd zijn dat er een kakofonie in de Bosnische politieke arena heerst. Kroatische politieke partijen roepen op tot een nieuwe verdeling van Bosnië waar alledrie etnische groepen ieder een eigen kanton hebben. Servische nationalisten onder leiding van de ooit in het Westen zo geliefde ‘sociaal-liberaal’ Milorad Dodik dringen aan op een referendum voor onafhankelijkheid en afsplitsing van de RS. De Bosniakken willen een land met een sterke centrale regering waar Bosniakken als meerderheid de hoofdrol spelen. De hoge vertegenwoordiger heeft weinig invloed op de huidige politieke situatie.
Verzoening
Kan men onder deze omstandigheden over verzoening van Bosniërs praten? Zal de arrestatie van Mladic daarbij helpen? Hoe kan Europa helpen om deze patstelling te doorbreken en vooruitzicht te bieden?
Pas als de leden van de ene etnische groep zich in het beeld over een andere groep herkennen, zullen ze in staat zijn een gezamenlijke staat te bouwen. Voorwaarde is dat alle drie de groepen ophouden hun misdadigers als helden te zien. Of nog belangrijker: ophouden zich met hun helden te identificeren, want zij zijn niet meer dan een relikwie uit de tijd dat Bosnië niet als één land kon bestaan. Bosnië-Herzegovina moet dat nu wel worden.
Consensus
Om een staat te worden, heeft het land een volk (demos) nodig, Bosno-Herzegovianen in plaats van de drie etniciteiten (etnos). Dat volk dat de nationaliteit van Bosnië-Herzegovina zal dragen, moet ontstaan uit die drie etnische groepen. Dit vereist een consensus over wat er in de oorlog is gebeurd, wat de oorzaken en de gevolgen van de oorlog zijn. Zolang ze dat niet hebben bereikt, kunnen ze wel naast elkaar (als etnos), maar niet met elkaar (als demos) wonen.
Het beste wat Europa kan doen om ze te helpen een gezamenlijke staat te vormen, is de vertegenwoordigers van de etnische groepen te helpen in het zoeken naar een minimum van gezamenlijke waarheid over de oorlog. Tegelijkertijd moet Europa meedoen aan het creëren van een veilig klimaat voor Bosnische burgers in en buiten Bosnië zodat ze de Bosnische nationaliteit durven te accepteren zonder bang te zijn dat ze het met hun etnische gevoelens moeten betalen.
Of het Joegoslavië-tribunaal met al meer dan honderd vonnissen en een eventueel vonnis tegen Mladic daarbij zal helpen? Ja, maar dat zullen ze in Bosnië-Herzegovina pas merken als de laatste veroordeelde gestorven is.